Wat betekent het regeerakkoord voor de Zeeuwse arbeidsmarkt?

Op 10 januari trad het nieuwe kabinet aan. Het coalitieakkoord waar de regering mee aan de slag gaat bevat verschillende afspraken om onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt aan te pakken. Het akkoord schetst hoofdlijnen, de concrete uitwerking moet in veel gevallen nog duidelijk worden. De leidraad daarbij wordt gevormd door “het eindrapport van de commissie Regulering van Werk (commissie-Borstlap) en het hoofdstuk Arbeidsmarkt, inkomensverdeling en gelijke kansen uit het SER MLT-advies”, aldus de coalitiepartners. Naast de hoofdlijnen worden sommige zaken wel al expliciet benoemd, een aantal daarvan lichten we eruit.

Meer mensen naar werk begeleiden

Zo is het de bedoeling meer mensen naar werk te begeleiden die nu nog “onnodig langs de kant staan” en “een afstand tot de arbeidsmarkt hebben”. Dit moet samen met sociale partners, gemeenten en UWV vorm krijgen. Ook zal het aantal beschutte werkplekken* worden uitgebreid, zodat de arbeidskansen worden vergroot voor mensen die zijn aangewezen op aangepast werk.

Verder wordt in het akkoord gemeld dat er maatregelen komen om de overgang van uitkering naar werk en van werk naar werk te stimuleren. Dat gaat gebeuren door het bevorderen van permanente scholing (een Leven Lang Ontwikkelen) en het extra stimuleren van om- en bijscholing gericht op specifieke tekortberoepen. De ervaringen opgedaan met de regionale mobiliteitsteams worden betrokken in de ontwikkeling van de plannen.

Een andere concrete aankondiging in het akkoord is de uitwerking van de door de SER geadviseerde “beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een van-werk-naar-werk-route”. De ontwikkeling van dit alternatief voor ontslag met transitievergoeding zal gebeuren in overleg met de sociale partners.

Investeren in opleiden

De ROC’s worden versterkt om een zo groot mogelijk aanbod van MBO-opleidingen “dichtbij huis” te behouden. Ook wordt geïnvesteerd in de ROC’s om de rol als regionale opleidingscentra voor volwassenen en nieuwkomers in te kunnen vullen. En er wordt gemeld dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om de aanpak van laaggeletterdheid vorm te geven.

Gemeenten komen geld te kort

Hoewel er verder nog weinig concrete plannen zijn, kan er over de financiën al wel wat gezegd worden. Zes maanden geleden becijferde adviesbureau Berenschot dat gemeenten alleen al voor de uitvoering van de Participatiewet jaarlijks anderhalf miljard tekortkomen. De in het akkoord aangekondigd financiële impuls van vijfhonderd miljoen per jaar voor het hervormen van de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden lijkt dan ook niet voldoende om alle ambities waar te kunnen maken.

Impact op Zeeuwse arbeidsmarkt

Een gezonde, goed functionerende arbeidsmarkt is een belangrijke voorwaarde voor duurzame (economische) ontwikkeling in Zeeland. Investeren in het aan het werk helpen en houden van mensen kan vanuit dat perspectief alleen maar worden toegejuicht. En verschillende aankondigingen sluiten goed aan op ontwikkelingen die in Zeeland al in gang zijn gezet, via onder meer de meerjarenagenda van de arbeidsmarktregio en het Regioplan Laaggeletterdheid.

De concrete uitwerking van het coalitieakkoord zal echter bepalen welke impact de maatregelen werkelijk gaan hebben. Wordt er ruimte geboden om (sub)regionaal eigen keuzes te maken? Komt er voldoende, structureel lokaal en regionaal budget per taak beschikbaar? Zal er de juiste aandacht zijn voor de positie van Zeeland als grensregio in de arbeidsmarktplannen? Duidelijke antwoorden op deze vragen zijn vooralsnog niet te geven.

 

 

* Beschut werk: Werk in dienstbetrekking voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig hebben dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt. Deze mensen krijgen een dienstverband, gekoppeld aan een cao, waarvoor de gemeente de rol van werkgever vervult; geregeld in de Participatiewet.