De nieuwe Wet Inburgering, hoe werkt het in Zeeland?

In december deelden we een artikel waarin we uitlegden wat de nieuwe Wet Inburgering inhoudt. Ook vertelden we meer over hoe de Zeeuwse gemeenten de afgelopen jaren samenwerkten om zich voor te bereiden op de ingangsdatum van de Wet op 1 januari 2022. In dit artikel gaan we verder in op de afspraken die specifiek voor Zeeland zijn gemaakt in verband met de nieuwe Wet Inburgering. Ook gaan we in op wat de eerste ervaringen zijn in het werken met de nieuwe Wet.

De nieuwe Wet Inburgering, hoe zat het ook alweer?

Het doel van de nieuwe wet is dat inburgeringsplichtigen die vanaf 1 januari 2022 een verblijfsvergunning krijgen zo snel mogelijk meedoen in Nederland. Het liefst via betaald werk of een passende opleiding. Dit noemen we de duale of participatiecomponent. In de nieuwe wet wordt nadrukkelijk gekozen voor een aanpak waarbij taalonderwijs en werk of opleiding gelijk oplopen, zodat de integratie wordt bespoedigd. Het te behalen taalniveau is B.1 geworden (voorheen A.2). Dit is een niveau waarmee nieuwkomers zich goed kunnen redden in Nederland.

In het nieuwe stelsel voeren de gemeenten de regie op de inburgering. Gemeenten hebben voor statushouders* en hun nareizigers meer verantwoordelijkheden dan voor gezinsmigranten**, zoals:

  • kwalitatief goed inburgeringsonderwijs ter beschikking stellen op verschillende niveaus (B.1 route, Z-route en de Onderwijsroute, zie kader);
  • intensieve begeleiding gedurende de inburgeringsperiode, ook op financieel gebied;
  • toeleiding naar werk en participatie.

Voor inburgeraars die vóór de datum van 1 januari 2022 een verblijfsvergunning hebben gekregen, blijft de Wet Inburgering 2013 van kracht.

Een Zeeuws sausje

De nieuwe Wet Inburgering biedt niet heel veel ruimte aan gemeenten om er hun eigen draai aan te geven. Maar de ruimte die er was, hebben de Zeeuwse gemeenten benut om Zeeuwsbreed afspraken te maken:

  • Wanneer inburgeraars een huis toegewezen hebben gekregen, krijgen zij één maand de tijd om te ‘landen’ in hun nieuwe gemeente. Zo krijgen zij tijd om hun woning in te richten, te wennen aan hun nieuwe woonomgeving en praktische zaken in te regelen, zoals een huisarts en tandarts zoeken, inschrijven van kinderen op school, etc.

  • Inburgeraars worden in de periode na het ‘landen’ in de eigen gemeente ondergedompeld in de Nederlandse taal. Zo kunnen zij zich binnen een korte periode de basis eigen maken en zijn zij sneller interessant voor werkgevers. Tijdens deze periode van circa 4 maanden (18 weken) wordt ook aandacht besteed aan empowerment, ontzorgen, maatschappelijke begeleiding en oriëntatie op de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt (stages, vrijwilligerswerk) en wordt de inburgeraar intensief gecoacht. Heeft een inburgeraar dit niet nodig? Dan stroomt de inburgeraar zo snel mogelijk door naar werk. De contactpersoon vanuit de gemeente (regisseur Inburgering) legt in het Persoonlijk Integratie en Participatieplan (de PIP) vast welke weg het beste past bij de individuele statushouder.

  • De Zeeuwse gemeenten zetten in op een combinatie van inburgering en werk (duaal traject). Dit zorgt voor meer rust en overzicht bij de inburgeraar, die dit voorheen zelf naast elkaar moest organiseren. Dit is er nog niet overal Nederland. Er is door de Zeeuwse gemeenten vooraf goed nagedacht over hoe dit duale traject eruit moest komen te zien zodat de inburgeraar het werken en inburgeren goed kan combineren.

  • Inburgeraars voor wie de doorstroom naar een Entree-opleiding het meest passend is, volgen niet een taalschakeltraject in de Onderwijsroute maar een specialistische B.1 route, namelijk de B.1 route met MBO-Entree. Zo hebben zij meer tijd om het vereiste B.1 niveau te behalen. Zij mogen daar 2 jaar over doen, in plaats van de 1,5 jaar die staat voor de Onderwijsroute. Dit vergroot hun kans om door te stromen naar een vervolgopleiding. Dat is belangrijk want een goede opleiding biedt nog altijd de beste kans op een goede plek op de arbeidsmarkt.

  • Kinderopvang- , reiskosten-en werkgeverskwesties mogen nooit de deelname aan inburgering en arbeidsparticipatie in de weg staan, is het uitgangspunt van de Zeeuwse gemeenten. Doel is een gelijke uitgangspositie te bieden aan statushouders, ongeacht waar zij komen te wonen. Hoe de gemeenten hieraan invulling geven, is aan de gemeenten zelf.

Door deze Zeeuwsbrede afspraken hebben statushouders in principe in iedere Zeeuwse gemeente recht op hetzelfde aanbod op het gebied van inburgering. Het maakt daardoor weinig meer uit aan welke Zeeuwse gemeente zij worden gekoppeld. De Kerngroep Veranderopgave Inburgering (hierin zijn alle Zeeuwse gemeenten en/of hun uitvoeringsorganisatie ambtelijk vertegenwoordigd) heeft, sinds de aankondiging van de nieuwe inburgeringswet, belangrijk voorbereidend werk gedaan om dit voor elkaar te krijgen.  

Uitvoering en organisatie bij gemeenten

Alle Zeeuwse gemeenten voeren zelf de nieuwe Inburgeringwet uit, behalve Middelburg en Veere.  Zij hebben de uitvoering neergelegd bij Orionis Walcheren. De gemeenten Borsele, Goes, Noord-Beveland, Kapelle en Reimerswaal laten de wet uitvoeren door GR de Bevelanden.

De kerngroep heeft In Company trainingen ingekocht voor alle regisseurs inburgering en klantmanagers. Zo zijn zij goed voorbereid op de nieuwe Wet Inburgering, leren zij elkaar beter kennen en kunnen zij makkelijk bij elkaar terecht bij ingewikkelde situaties rondom de nieuwe wet.

Leerroutes verzorgd door Scalda en PIBLW

De Zeeuwse gemeenten hebben de intentie om de 3 leerroutes voor het inburgeren in te kopen bij taalaanbieders Scalda (tevens ROC) en PIBLW. De subregio’s Walcheren en Oosterschelderegio zullen Scalda alle leerroutes laten verzorgen. Zeeuws-Vlaanderen kiest ervoor hun leerroutes te laten verzorgen door Scalda én PIBLW.

Proefdraaien tijdens project Nieuwe Zeeuwen

In de voorbereidingsperiode op de nieuwe Wet Inburgering hebben de Zeeuwse gemeenten ook deelgenomen aan het AMIF-project ‘Nieuwe Zeeuwen’. Het doel van dit project was om statushouders via verschillende trainingen makkelijker toe te kunnen leiden naar de arbeidsmarkt. Tijdens dit project hadden de Zeeuwse gemeenten de kans om te proefdraaien met onderdelen van de nieuwe Wet Inburgering. Denk hierbij aan de Z-route, financieel ontzorgen & budgetcoaching, maar ook het werken met de duale component van de nieuwe inburgeringswet via jobcoaching, VCA-trainingen (in de eigen taal van statushouders) en vaktaalintensivering.

Ervaringen met de nieuwe Wet

Inmiddels zijn we twee maanden op weg met de nieuwe Inburgeringswet. Hoe is dat de Zeeuwse gemeenten bevallen? Aan het woord een lid van de eerdergenoemde kerngroep Veranderopgave Inburgering:

‘We hebben ons uiterste best gedaan om zoveel mogelijk van tevoren uit te werken, helemaal paraat te staan voor alles wat de nieuwe Wet ons gaat brengen. In de praktijk merken we nu toch dat er een aantal uitzonderingssituaties zijn waar we nog niet aan hadden gedacht. Ik ervaar dit niet als vervelend, maar zie het juist als een lerend stelsel waar ik als Procesregisseur Inburgering al mijn energie in kwijt kan. De voorbereidingen zitten erop, de eerste ‘nieuwe wetters’ beginnen langzaamaan binnen te druppelen; de uitvoering kan beginnen!’

Ondanks problemen in de eerste 2 maanden met de toewijzing van inburgeraars aan de oude of nieuwe wet (DUO), problemen met toegang tot de gegevens van inburgeraars (DUO) en lange onduidelijkheid vanuit de Rijksoverheid over wel of geen extra middelen voor gemeenten om de Onderwijsroute te kunnen bekostigen, hebben de collega’s van de Zeeuwse gemeenten het hoofd koel gehouden en hun enthousiasme behouden. Er zullen vast nog meer uitdagingen volgen. Bovendien heeft de Rijksoverheid vanaf het begin af aan aangegeven uit te willen gaan van een ‘lerend stelsel’ als het om deze wet gaat. Dit is een belangrijke reden voor de Zeeuwse gemeenten om voorlopig verenigd te willen blijven in de Kerngroep VOI.

 

Meer informatie?
Laatste stand van zaken over de implementatie van de nieuwe Wet Inburgering in Zeeland vindt u op de projectpagina Veranderopgave Inburgering & Statushouders.
Algemene informatie over de nieuwe Wet Inburgering kunt u vinden op de website van Divosa.

 

 

* Statushouders zijn voormalig vluchtelingen die een verblijfsstatus voor Nederland hebben gekregen.

** Gezinsmigranten zijn personen met een niet-Nederlandse nationaliteit die naar Nederland komen om bij hun Nederlandse partner te gaan wonen.