Aan de slag met… Taalhuis Oosterschelde

De bibliotheek is al lang niet meer alleen maar het lenen van boeken, maar heeft inmiddels een bredere maatschappelijke rol. Denk hierbij aan ontmoeten en helpen leren. Monique van Kol is werkzaam bij Bibliotheek Oosterschelde en daar is zij Domeinspecialist voor de doelgroep volwassenen en Projectleider DigiTaalhuis Oosterschelde. In 2016 zette zij het eerste Taalhuis op binnen de Oosterschelderegio. Inmiddels zijn er 3 Taalhuizen: Goes, Zierikzee en Tholen.

Wat is het Taalhuis?

Het Taalhuis biedt hulp aan mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd. Ongeveer een op de drie laaggeletterden is migrant. Twee op de drie zijn mensen die geboren en opgegroeid zijn in Nederland.

Vooral deze laatste groep is heel lastig te bereiken. We zien dat zij zich vaak schamen omdat ze er moeite mee hebben. Sommigen hebben geen schooldiploma en ook geen goede herinneringen aan school. Met het Taalhuis willen we die mensen een plek geven om op een ontspannen en gezellige manier te leren.

In totaal mochten we het afgelopen jaar al meer dan 300 mensen helpen via een taaltraject binnen de Oosterschelderegio.

 

 

Op welke manier helpt het Taalhuis mensen die moeite hebben met lezen en schreven?

In de Bibliotheek is een Taalloket. Daar kunnen mensen die hun taal willen verbeteren zich melden. Een taalvrijwilliger medewerker gaat dan in gesprek met die persoon over wat hij of zij wil leren en welke manier van leren bij de persoon past.

Het Taalhuis heeft verschillende manieren waarop we iemand kunnen helpen. Zo is er het Taalcafé, waar je koffie of thee kunt drinken en in gesprek gaat met elkaar. Met name migranten vinden het fijn om het spreken van Nederlands te oefenen. Zo kunnen zij makkelijker praten met een dokter of een juf van school.

Heeft iemand het nodig om één op één te oefenen? Dan kan dat. Via de Bibliotheek zijn er bijvoorbeeld Taalmaatjes die kunnen helpen. In Schouwen-Duiveland en Tholen gaat dat rechtstreeks via de Bibliotheek en in Goes wordt samengewerkt met het Gilde de Bevelanden. Het kan ook zijn dat iemand hulp wil bij lezen. Dan kijken we of die persoon bij een leesclub kan aansluiten. Daarnaast hebben we een online taalprogramma waar de nadruk ligt op het lezen en zoeken naar informatie.  

Naast taal helpen we bij het verbeteren van rekenen en omgaan met digitale vaardigheden. Elke week is er een IDO spreekuur (Informatiepunt Digitale Overheid). Mensen die moeite hebben met taal hebben ook vaak moeite met ‘DigiTaal’. Moeite om dingen te kunnen vinden online, moeite om DigID aan te maken en app te downloaden. Voor ons zijn dit momenten om te zien of iemand inderdaad niet om kan gaan met Whatsapp of dat het komt omdat hij of zij het typen en lezen lastig vindt.

 

Werken jullie samen met andere organisaties?

Er zijn al heel veel organisaties die laaggeletterden helpen. Bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk, Gilde de Bevelanden, Stichting Lezen en Schrijven, etc. Vanuit het Taalhuisnetwerk verbinden we deze organisaties en werken we met elkaar samen. Voordat we iets nieuws beginnen kijken we daarom altijd wat er al georganiseerd wordt.

                                                                                                                                     

Op welke manieren zie je dat het Taalhuis iemand heeft geholpen?

Het mooie is dat wij af en toe mensen zien uitstromen naar een baan. Iemand die bij een schoonmaakbedrijf aan de slag ging nadat ze een training via ons had gevolgd. Dat ging dan om spreekvaardigheid. Maar we hebben ook een presentatie gedaan over jezelf presenteren waarna twee mensen een baan hadden.

Er was ook een mevrouw die zelf naar een taalcafé kwam en de taal goed leerde. Zij wilde zelf taalvrijwilliger worden en is nu begeleider bij een Taalcafé. Daarnaast gaat ze meertalig voorlezen in het Arabisch en Nederlands in het meertalig leescafé.

 

Waar komt laaggeletterdheid door?

Dat kan verschillende redenen hebben. Sommige mensen kunnen minder goed leren. Op school minder goed meekomen en school niet leuk vinden zorgt er vaak voor dat lezen niet de grootste hobby is. Leesplezier is enorm belangrijk. Daar werken we met de Bibliotheek ook aan in samenwerking met scholen. Als een kind opgroeit in een taalarme omgeving (bijvoorbeeld weinig voorlezen, veel tv) dan is de kans dat het kind later laaggeletterd wordt groot. Maar er zijn ook oudere mensen die na de basisschool geen opleiding meer hebben gehad die laaggeletterd zijn. Blijven ontwikkelen is zo belangrijk.

Het heeft niets te maken met wat je achtergrond is. Je kunt het overal tegenkomen dat mensen laaggeletterd zijn. Er zijn mensen waar je helemaal niet van verwacht dat ze moeite hebben met lezen en schrijven omdat ze wel spreekvaardig zijn.

 

 

Wat is een van de grootste misvattingen over laaggeletterdheid?

Het is niet echt een misvatting, maar ik denk dat mensen niet zo goed in de gaten hebben wat voor impact het op iemand heeft als je niet goed kunt lezen en schrijven. Er ontstaat vaak schaamte bij mensen met laaggeletterdheid. Als migrant is het makkelijker om te zeggen ‘help mij maar met de Nederlandse taal’. Bij mensen met Nederlands als eerste taal is dat anders. Daar heerst meer een taboe. Pas wanneer iemand erdoor in problemen komt zie je dat ze er wat aan willen doen.

 

Hoe is het gesteld met laaggeletterdheid in Zeeland?

In Zeeland is naar schatting 13% van de bevolking laaggeletterd. Dat is één op de acht mensen. De kans is dus groot dat je zelf iemand kent die laaggeletterd is.

Wat in Zeeland heel goed gaat is dat migranten ons weten te vinden. Wat ook goed gaat is dat Taalcafés heel veel impact hebben op de spreekvaardigheid en het zelfvertrouwen van de deelnemers. Wat nog steeds een uitdaging blijft is het bereiken van laaggeletterden met Nederlands als eerste taal. We bereiken ze nu vooral via ons netwerk. Via organisaties als gemeenten, UWV, maar ook huisartsen. Het onderwerp staat wel veel meer op de kaart in Zeeland, maar de uitdaging om deze mensen te bereiken zal nog wel blijven.

 

Kun je laaggeletterdheid bij vrienden, collega’s of werknemers herkennen?

Dat is dus echt wel lastig. Wij bieden trainingen aan voor het herkennen en signaleren van laaggeletterdheid. Vaak zie je dat ze smoesjes verzinnen om iemand anders het te kunnen laten doen. Als ze bij het UWV een formulier moeten invullen zeggen ze makkelijk ‘oh ben mijn bril vergeten en ik neem het wel even mee naar huis’. En dan wordt het vervolgens thuis ingevuld door de partner.

Maar het herkennen is nog niet het lastigste. Het moeilijkste is het gesprek aangaan. Hoe doe je dat? Hoe zorg je dat je niet het gevoel van de ander kwetst? Aan de ene kant wil je een vertrouwensband opbouwen om dat bespreekbaar te maken. Aan de andere kant maakt dit het juist soms ook moeilijker. Daarom bieden we nu gesprekstechnieken aan bij de training om dit bespreekbaar te maken.

 

 

Heb je een tip of advies voor werkgevers die aan de slag willen met laaggeletterdheid?

Eén op de acht Zeeuwen is laaggeletterd en 57% daarvan heeft een baan. Dit betekent dat binnen bijna iedere organisatie er mensen zijn die moeite hebben met lezen en schrijven. Laaggeletterden hebben trouwens vaak meer moeite met solliciteren en het vinden van een baan. 

Het is belangrijk om je als werkgever bewust te zijn van de verschillende taalniveaus binnen je organisatie. Aandacht schenken aan betere taal- en rekenvaardigheid versterkt de zelfstandigheid en veiligheid binnen de organisatie. Daarnaast zullen er minder fouten gemaakt worden en de productiviteit omhoog gaan.

Wat je er dan aan kunt doen? Begin met duidelijk communiceren. Schrijf in eenvoudige taal op A2 of B1 niveau. En zorg ervoor dat je laaggeletterdheid leert te herkennen en bespreekbaar maakt. Je kunt medewerkers dan helpen in hun ontwikkeling of doorverwijzen.  

 

Aan de slag… wat staat er vandaag nog op de planning?

Ik heb vandaag een administratieve dag en ik heb nog een afspraak met een collega. Ik vind het echt heel leuk dat dit interview vandaag ook op mijn planning stond.